Vijftien topstukken motormusea Europa op InterClassics Brussels

‘The Big Five, Presenting The European National Motor Museums’ is het hoofdthema van de derde editie van InterClassics Brussels. De vijf leidende en meest toonaangevende motormusea van Europa zullen zich verenigen tijdens de derde editie van InterClassics Brussels. Afgelopen week troffen de vijf museumdirecteuren zich in het ‘National Motor Museum in Beaulieu (UK)’ ter voorbereiding op gezamenlijke deelname tijdens InterClassics Brussels. Nog nooit eerder vertoond en dus een unieke kans om dé topstukken uit vijf landen te aanschouwen op het gezamenlijk paviljoen tijdens InterClassics Brussels dat plaatsvindt van 17 t/m 19 november 2017 in Brussels Expo. 
Ieder museum zal drie van haar topstukken presenteren tijdens InterClassics Brussels; één vooroorlogse classic car afkomstig uit het desbetreffende land, één auto typerend voor het museum en één raceauto. Vol trots kondigden de heren ieder één van hun drie topstukken aan te zien tijdens InterClassics Brussels in het gezamenlijk paviljoen ‘The Big 5’ in Paleis 1 van 17 tot en met 19 november 2017 te Brussels Expo.

Bentley 4½ Litre Supercharged 1930  
National Motor Museum, Beaulieu – Verenigd Koninkrijk 
W.O. Bentley zette in 1919 zijn eerste sportauto in elkaar – een 3.0 liter-model. De 4.5 literversie die deze voorloper opvolgde, leidde uiteindelijk tot de geboorte van de Blower, het fameuze model met een motor met drukvulling. Bentley zelf had geen hoge pet op van dit soort motoren. De meeste auto’s die ermee werden uitgerust, waren dan ook grotendeels door Sir Henry Birkin, een autocoureur, ontwikkeld. De versies met een motor met drukvulling wisten niet echt grote successen te behalen op de autocircuits, terwijl de originele Bentleys de 24 Uur van Le Mans in 1924, 1927, 1928 en 1929 op hun naam wisten te schrijven. De ‘drukgevulde’ versies lieten wel een goede indruk na op de weg. De compressor waarmee de Bentley op pad werd gestuurd, was door ingenieur Amherst Villiers ontworpen, een zeer goede vriend van de auteur Ian Fleming. Misschien is dat wel de reden waarom James Bond in de originele romans van Ian Fleming Casino Royale, Live and Let Die en Moonraker in een grijze Bentley Blower met een 4.5 litermotor rondreed.
Talbot Lago (T150 SS ‘Teardrop’ coupe Figoni & Falaschi) 1937 
Louwman Museum, Den Haag – Nederland 
De ‘goutte d’eau’, de waterdruppel, wordt deze uitzonderlijk fraaie carrosserie genoemd. In het Engels heet hij de ‘teardrop’, de traan. Het is een creatie van de Parijse carrossiers Figoni & Falaschi, indertijd bekend om hun flamboyante, maar altijd stijlvolle carrosserieontwerpen. Hun creaties staan in sterk contrast met wat er doorgaans wordt aangeboden. Ook hun technieken zijn nieuw: zo maken zij gebruik van de op dat moment nieuwe ‘Nitrolac’ metalliclakken. Achter zijn schoonheid verbergt deze auto dat het een pure racer is. Onder de motorkap zit een vierliter zescilinder van 160 pk. Een van deze ‘waterdruppels’ rijdt in 1938 naar een derde plaats op Le Mans, achter twee Delahayes.
Deze specifieke auto was eigendom van mevrouw Robin Byng, gravin van Strafford, die de auto in het vooroorlogse Frankrijk gebruikt. Na de oorlog wordt de Talbot Lago verkocht aan gentlemancoureur Rob Walker, die hem zelfs nog inzet als oefenauto voor Le Mans in 1949. Er zijn slechts zestien exemplaren vervaardigd. Elk van deze auto’s is verschillend omdat hij naar specifieke wensen is gemaakt.
Bugatti, type 46, coach 1933 
The Cité de l’Automobile/Schlumpf Collection, Mulhouse – Frankrijk 
Dit is de enige zogenaamde ‘surprofilée’ versie van de Bugatti type 46 die in de werkplaatsen in Molsheim in elkaar werd gezet. De geschiedenis van dit model is een mooi voorbeeld van de soms eigenaardige levensloop van onze dierbare auto’s. De carrosserie (van de hand van Jean Bugatti) werd aanvankelijk op een 46 S-chassis gemonteerd en werd in die configuratie in oktober 1932 op het autosalon van Parijs voorgesteld. In maart van het volgende jaar werd de carrosserie op een nieuw chassis (type 50 T) geplaatst. De ‘surprofilée’ carrosserie die u hier ziet, werd door de Amerikaanse verzamelaar E. Richardson ontdekt op de binnenplaats van een boerderij in de Dordognestreek. Hij had eerder een chassis 46 in de fabriek gekocht en besliste om de carrosserie daarop te monteren. Er bestaat met andere woorden slechts één carrosserie ‘surprofilée’ van de Bugatti 46, die met drie opeenvolgende chassis zou worden gecombineerd.
Cisitalia 202 SMM Spider Nuvolari 1947 
Museo dell’Automobile, Turijn – Italië
Deze bolide dankte haar naam aan Tazio Nuvolari, een autosportkampioen van vóór de tweede wereldoorlog, die in 1947 tijdens de Mille Miglia met zo’n auto aan de start verscheen. Het model ontstond in het atelier van Giovanni Savonuzzi, de hoofdingenieur van Cisitalia van 1945 tot 1948, en viel op door zijn bijzonder originele stijl. De volledige carrosserie was van aluminium gemaakt en was voorzien van slanke vleugeltjes, die nauwelijks zichtbaar zijn boven de achterste spatborden. Het exemplaar dat hier wordt getoond, is een van de tien auto’s die nog bestaan – ongeveer de helft van alle modellen die tussen 1947 en 1948 werden gebouwd.
Minerva OO Vanden Plas, 1921
Autoworld Museum Brussels – België
Deze auto, met Belgische Vanden Plas “Tulipe” carrosserie, was de persoonlijke auto van Koning Albert I. Destijds het duurste model in het Minerva gamma. Na de eerste wereldoorlog werd de Minerva productie in 1919 heropgestart. Het eerste model was een 20 pk viercilinder 3.570 cc, in 1920 gevolgd door een zescilinder met dezelfde boring en slag van 90×140, de 30 pk met 5.335 cc. De ophanging van deze wagens bestond vooraan uit semi-elliptische veren met schokdempers en achteraan met omgekeerde cantilever-veren die dank zij hun grote slag een zeer comfortabele vering opleverden. De radiator kreeg een licht aerodynamische afgeronde vorm. Specificaties: 6 cilinder schuivenmotor / 5.335 CC / 30 PK / vier versnellingen.
Naast het hoofdthema zal er aandacht besteed worden aan ‘Cycle Cars & Grand Sport, highlighting a forgotten motor history’ als tweede thema. In samenwerking met Amilcar-Cyclecar club Nederland, die vervolgens weer samenwerkt met de Belgische en Franse clubs, worden een 20-tal cyclecars uit een bijzondere tijd getoond.

InterClassics Brussels vindt plaats van vrijdag 17 t/m zondag 19 november 2017 in paleis 1, 3, 4 en 8 van Brussels Expo. De klassieke autobeurs trekt traditiegetrouw veel kopers en liefhebbers. Entreekaarten zijn online met korting te koop: Online prijs volwassenen € 12,00 t.o.v. dagkassa prijs volwassenen € 15,00. Kinderen tot 12 jaar gratis. www.interclassics.be