Geschiedenis van Alpine 

In 1955 opgericht door de Fransman Jean Rédélé
 Originele A110 Berlinette gelanceerd in 1962
 Fabriek van Dieppe gebouwd in 1969
 Alpine overgenomen door de Renault-groep in 1973

Alpine dankt zijn bestaan aan een man: Jean Rédélé. De Fransman, die in 1922 werd geboren in Dieppe, was een echte autoliefhebber en een begenadigd piloot en mecanicien. In zijn jonge jaren studeerde hij in Parijs alvorens hij in zijn thuisstad een Renault-concessie opende. Als gedreven en competitieve rallypiloot zette Rédélé zijn Renault 4CV in het begin van de jaren vijftig in voor diverse autosportevenementen en waardeerde hij zijn auto jaar na jaar op.
Rédélé behaalde een aantal overwinningen in zijn klasse in befaamde wedstrijden zoals de Mille Miglia en het Critérium des Alpes (ook bekend als ‘Coupe des Alpes’). Rédélé zag een gat in de markt en vestigde – daarin aangemoedigd door zijn autosportsuccessen – zijn eigen sportwagenbedrijf in 1955. Hij koos de naam Alpine als verwijzing naar het Criterium des Alpes, de race die elk jaar in de Zuid-Franse Alpen werd gereden en waar hij zijn grootste verwezenlijking behaalde.
De smalle en bochtige Alpenwegen gaven Rédélé niet alleen een naam voor zijn onderneming, maar bepaalden ook de fundamentele set van technische principes die de basis zou vormen voor elke Alpine. Rédélé wist dat puur vermogen of brute kracht een auto niet noodzakelijk snel maakten op een bochtig rallycircuit. Daar heb je een laag gewicht, compacte afmetingen en een wendbaar onderstel voor nodig.
Zijn eerste auto was de Coach A106, die op het platform van de Renault 4 CV stond. Later kwamen hiervan een Cabriolet en Coupé Sport-versie. In 1958 wordt de mechaniek van de Renault Dauphine ingebouwd, onder de typebenaming A108. In 1960 wordt de eerste Berlinette voorgesteld, type A108, met een geheel eigen balkchassis. Maar het was pas bij het debuut van de A110 Berlinette in 1962 dat zijn jonge onderneming vaste grond onder de voeten kreeg. Vanaf 1967 werkten Alpine en Renault nauw samen en werden de auto’s van Alpine verkocht en
onderhouden door Renault-concessies.
Tegen het begin van de jaren zeventig was Alpine een grote naam in de hoogste rallydiscipline.
In 1971 won het merk voor het eerst de befaamde Monte Carlo Rally en in 1973 volgde een tweede zege. Datzelfde jaar won Alpine ook de constructeurstitel in het Wereldkampioenschap Rally, zijn hoogste onderscheiding ooit. Rédélé had zijn droom gerealiseerd.
En al die tijd bleef de verkoop van Alpines voor de weg stijgen. Rédélé bouwde daarom een specifieke fabriek in Dieppe in 1969 – waar vandaag ook de volledig nieuwe A110 van de band rolt – en in 1971 ging de nieuwe coupé A310 in productie. Twee jaar later werd Alpine overgenomen door de Renault-groep.
Alpine behaalde zijn grootste wapenfeit in 1978: de totaaloverwinning in de 24 Uren van Le Mans.
De fabriek bleef nieuwe en innovatieve wegmodellen bouwen doorheen de jaren zeventig enntachtig, waaronder de A310 V6, de GTA en de A610.
In 1995 werd de productie van Alpines stopgezet. Op veertig jaar tijd werden er meer dan 30.000 wegmodellen gebouwd, evenals meer dan honderd eenzitters en raceprototypes. Tijdens de slapende jaren hielden Alpine-liefhebbers het merk wereldwijd in leven door clubs op te richten en diverse Alpine-modellen in te schrijven voor autosportevenementen. Nu breekt een nieuw hoofdstuk aan in de geschiedenis van Alpine.
Alpine-oprichter Jean Rédélé zei ooit: “Ik koos de naam Alpine voor mijn onderneming omdat dit adjectief voor mij als geen ander het rijplezier op bergwegen belichaamt Ik had nooit zoveel plezier als toen ik met mijn 4CV met vijf versnellingen door de Alpen reed en het was essentieel voor mij dat mijn klanten datzelfde rijplezier konden ervaren in de auto die ik wou bouwen. In dat opzicht is de naam Alpine zowel symbolisch als perfect gekozen.”

Belangrijke data voor Alpine

1955 Oprichting van “Société des Automobiles Alpine”. Lancering van de Coach A106
1960 Lancering van de Berlinette A108
1962 Lancering van de Berlinette A110
1971 Eerste overwinning in de rally van Monte Carlo
Lancering van de coupé A310
1973 Alpine wint constructeurstitel van Wereldkampioenschap Rally.

Overname door de Renault-groep
1976 Lancering van de A310 V6
1978 Alpine wint de 24 Uren van Le Mans
1985 Lancering van de GTA
1991 Lancering van de A610
1995 Stopzetting van de productie van Alpine
2012 Aankondiging van een nieuw autoproject voor Alpine
2015 Voorstelling van de Alpine Célébration Concept-racewagen tijdens de 24 Uren van Le Mans
2016 Herlancering van Alpine aangekondigd en voorstelling van de Alpine Vision

 

Alpine in de autosport
 Oprichter Jean Rédélé nam deel aan tal van rally’s en wegraces
 De hoogtepunten in de geschiedenis van het merk waren de zeges in het Wereldkampioenschap Rally en Le Mans
 Alpine nam deel aan alle vormen van de autosport, van eenzitterraces tot rally’s en uithoudingswedstrijden
 In 2016 won Alpine Le Mans en de LMP2-klasse van het FIA World Endurance Championship

De prestaties, wendbaarheid en duurzaamheid van zijn auto’s bewijzen op het hoogste niveau van de autosport was cruciaal voor Jean Rédélé. Alpine draaide decennialang mee aan de top van de rallysport en circuitracerij en behaalde een reeks van overwinningen die men van zo’n bescheiden constructeur niet zou verwachten. Met dezelfde ambitieuze en vastberaden geest neemt Alpine vandaag de dag deel aan het FIA World Endurance Championship. De
monomerkcompetitie Alpine Europa Cup demonstreert dan weer de inherente wendbaarheid en prestaties op het racecircuit.
Hoewel Alpine het meest bekendstaat om zijn rallyexploten in de jaren zestig en zeventig en voor zijn zege in de 24 Uren van Le mans in 1978 heeft het merk aan zowat alle racedisciplines deelgenomen. Alpine bouwde niet minder dan zeventig eenzitters, waaronder twee Formule 1- bolides en een 37-tal prototypes voor uithoudingsraces.
Ook bewees de constructeur zijn kunnen in verscheidene rallycrosskampioenschappen, terwijl amateurpiloten meer dan 1.000 individuele zeges behaalden in klimkoersen, clubraces en autotests. Autosport is dus ontegensprekelijk een kernonderdeel in het DNA van Alpine.
Bij de oprichting in 1955 was de onderneming van Rédélé evenzeer een racewagenbouwer als een constructeur van sportwagens voor de weg. De Fransman had reeds een reputatie opgebouwd als een begenadigd piloot dankzij een reeks klassezeges in topevenementen zoals de rally Critérium des Alpes. Door deel te nemen in aangepaste Renaults 4CV bewees Rédélé al snel zijn vermogen om auto’s voor te bereiden voor de autosport.
Tegen het begin van de jaren zestig namen auto’s van Alpine in heel Europa deel aan rally’s en wegraces, alsook aan circuitraces. In 1963 won het aerodynamische M63-prototype met lange staart – de eerste gerichte circuitwagen van het merk – het Franse sportwagenkampioenschap.
Het jaar erna deed het verbeterde M64-prototype die prestatie nog eens over en won het de zege in zijn klasse in Le Mans.
In datzelfde jaar won de Fransman Henri Grandsire het Franse F3-kampioenschap met Alpines eerste Formule 3-bolide. Kort daarna volgde nog een reeks kampioenschapszeges: de A110 schreef de wedstrijd op zijn naam in Spanje, Frankrijk, Bulgarije, Roemenië, enz. In 1971 eigenden drie exemplaren van de A110 zich het hele podium van de befaamde Monte Carlo Rally toe, een verwezenlijking die het merk twee jaar later nog eens overdeed. Die dominante prestaties op de bochtige, besneeuwde wegen van de Monte Carlo Rally hebben Alpine geen windeieren gelegd, want later dat jaar won het merk de constructeurstitel van het Wereldkampioenschap Rally.
In 1978 behaalde Alpine een van zijn meest gevierde autosportsuccessen. Aan het stuur van het sportprototype A442B wonnen Didier Pironi en Jean-Pierre Jaussaud de 24 Uren van Le Mans door het ruim 12 kilometer lange Circuit de la Sarthe 369 keer af te leggen. Tegen het midden van de jaren negentig had Alpine 26 nationale en internationale rallytitels, vier rallycrosstitels en zes titels met eenzitters op zijn naam staan.
Door die decennia van succes als springplank te gebruiken, keerde Alpine in 2013 terug naar de frontlinie van de autosport in samenwerking met de Franse renstal Signatech. Die terugkeer was onmiddellijk een schot in de roos: het prototype A450 won de titel in de Europese Le Mans Series bij de eerste poging en opnieuw in 2014.
Daarna gaf Signatech-Alpine het beste van zichzelf in het Wereldkampioenschap Rally om eens te meer mee te spelen op wereldniveau. In zijn eerste jaar schreef de A450B de LMP2-klasse van de 6 Uren van Sjanghai op zijn naam. In 2016 won zijn opvolger, de A460, vier van de negen manches om Alpine de LMP2 WEC-titel te schenken. De felst bevochten zege was die van de 24 Uren van Le Mans. Alpine bleef ook in 2017 racen in het Fiat World Endurance Championship en won de zege in zijn klasse in de 6 Uren van het Circuit of the Americas.
In nauwe samenwerking met de eigen ingenieurs van Alpine ontwikkelde Signatech ook een racevariant van de A110, de A110 Cup. De competitiewagen zag zijn vermogen stijgen tot 270 pk, terwijl zijn gewicht daalde tot nauwelijks 1.050 kilogram en is de ultieme uitdrukking van de opmerkelijke wendbaarheid en sensationele circuitprestaties van de A110.
Bovendien heeft Alpine een monomerkcompetitie voor de A110 Cup aangekondigd. Vanaf 2018 zullen zes manches worden gereden op enkele van de meest iconische circuits van Europa, waaronder Silverstone in het Verenigd Koninkrijk en Spa-Francorchamps in België. De Alpine Europa Cup, die zal worden beheerd door Alpines FIA WEC-partner Signatech, bewijst opnieuw het engagement van Alpine in de autosport.
Bernard Ollivier, deputy managing director van Alpine: “Alpine is een van die zeldzame automerken die zijn gegroeid uit de autosport. Jean Rédélé richtte Alpine op vanwege de successen die hij behaalde in de autosport. Toen we Alpine lieten herrijzen, besloten we al heel vroeg dat het merk ook opnieuw zou gaan racen.
Dat was een belangrijke beslissing, want racen zit Alpine in het bloed. Het merk heeft in de loop der jaren zo veel bereikt in de autosport en ik ben verheugd te kunnen zeggen dat we dat verhaal hebben voortgezet door de Europese Le Mans Series en de LMP2-klasse van het FIA World Endurance Championship te winnen.
We waren het er ook over eens dat het autosport-DNA van Alpine aanwezig moest zijn in de serieversie van de A110. Daarom hebben we de Alpine Europa Cup aangekondigd. Met enkele kleine aanpassingen wordt de A110 een sensationele racewagen, die zijn inherente prestaties en wendbaarheid in de verf zet. Het kampioenshap zal amateurpiloten ook in staat stellen om een belangrijk deel te worden van de autosportgeschiedenis van Alpine.”