Close Encounters 16. Jan Wintein

De Tomaso Pantera II 7x Montella

Na de mislukte poging om Ferrari in handen te krijgen, bleef de gedachte aan een
Italo-Amerikaanse sportwagen door het hoofd spoken van Henry Ford II en toen hij de kans kreeg om een samenwerkingsakkoord met het in Modena gevestigde De Tomaso te sluiten, hoefde hij dan ook niet lang te twijfelen. Bijkomend voordeel was dat de ontwerpbureaus Ghia en Vignale onder Ford-vleugels kwamen. Hoofddesigner bij Ghia Tom Tjaarda kreeg de opdracht om een sportwagen met een centraal geplaatste motor te ontwerpen. De in 1971 voorgestelde De Tomaso Pantera voldeed aan alle verwachtingen : een sportwagen met verbluffende Italiaanse looks en een centraal geplaatste Ford V8 motor. Tijdens de eerste productiejaren kampte de Pantera met ernstige kwaliteitsproblemen, waardoor Ford werd geconfronteerd met torenhoge garantiekosten. De verkoopcijfers beleven wel op een aanvaardbaar niveau tot in 1973, het jaar waarin de Amerikaanse automobielsector werd getroffen door de wereldwijde oliecrisis en de alsmaar strenger wordende overheidsregels op het gebied van veiligheid en uitlaatgassen.

Ford overwoog om een streep te trekken door de productie, maar De Tomaso bleef geloven in het model en vroeg Tom Tjaarda om een opvolger van de Pantera op papier te zetten. Er werd wel duidelijk afgesproken dat de Pantera II zoveel mogelijk van de technische specificaties van het eerste model moest overnemen. Op de Los Angeles Auto Show van 1974 pakte Ghia uit met het prototype van de Pantera II 197x (of 7x), een naam die verwees naar het nog niet gekende bouwjaar voor het seriemodel, dat zou worden uitgerust met een 6,6 liter V8.  De bronskleurige Pantera II was voorzien van veiligheidsbumpers vóór en achteraan en open gewerkte dakstijlen vergelijkbaar met die van de Maserati Merak.

In de loop van dat jaar was de auto te zien op een aantal autosalons in de Verenigde Staten, maar het lot van de Pantera II leek bezegeld toen Ford eind 1974 besloot om de samenwerking met De Tomaso stop te zetten.
Het jaar nadien kreeg de auto een nieuwe tweekleurige laklaag (Pearl White en Metallic Bronze) en werden alle Pantera-naamplaatjes verwijderd.  Op de zijflanken prijkte nu  Monttella 5.7 als naam, maar de 7x plaatjes bleven wel behouden op de B-stijlen. In die vorm werd de auto verscheept naar het Ford-hoofdkwartier in Michigan in de hoop dat  ergens een constructeur zou opduiken die interesse had voor de serieproductie. Jammer genoeg bleef de respons erg laag en dus bleef de Monttella (soms ook als Montella geschreven) op een verloren plaats staan tot hij in 1981 werd verkocht aan een particulier die de auto in het gewone verkeer bracht. Op de veiling van RM Sotheby’s in 2007 kwam de auto in handen van de bekende Italiaanse autoverzamelaar Corrado Lopresto, die met de hulp van Tom Tjaarda een body off restauratie aanvatte.

 

 

 

Het jaar daarop werd de opnieuw bronskleurige auto gepresenteerd op het Villa d’Este concours. Rechts achteraan is een plaatje bevestigd met daarop De Tomaso Monttella – Torino Italia 1/1. Een unieke auto inderdaad !

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait