Mondial de l’Automobile 2016

Ondanks het langzame herstel van de Europese automarkt blijft de barometer voor de constructeurs balanceren op wisselvallig. Teveel onzekerheden over welke wending de elektrische aandrijving, fuel cell, zelfrijdende auto’s of car sharing zullen nemen en de komst van spelers als Apple of Google doen de decision-makers aarzelen… of zelfs gokken. Sommige CEO’s geven grif toe dat ze, net als in de mist, op zicht navigeren.
Een spannende periode dus waarin wij echter vele vraagtekens stellen bij het rijplezier in de toekomst.
Uiteraard houden de constructeurs meer dan ooit een waakzaam oog op de budgetten en dat kan je merken tijdens de Mondial. Enkele merken, en niet van de minste, hebben besloten om niet deel te nemen: Volvo, Ford, Aston Martin, Lotus, Mazda, Lamborghini, Bentley en Rolls-Royce blijven weg. Andere standen zijn dan weer beduidend kleiner dan wat we kennen van Genève of Frankfurt. Spijtig want we verloren al enkele leuke salons zoals Amsterdam, Birmingham of Turijn en het Parijse Salon behoort toch traditioneel tot de top!
We laten je straks meekijken naar de fotoreportage die we maakten maar stellen vast dat bepaalde concept cars toch wat overdreven ‘gestyled’ lijken.
De Vision Mercedes-Maybach 6 neemt het niet zo nauw met bepaalde verhoudingen en ook de Renault Trezor, de Japanse GLM-G4, de Citroën Expérience of de Mistubishi Ground Tourer zijn niet wars van excessen. Maar daarom zijn het natuurlijk ook Concept Cars.
Twee noviteiten trokken speciaal onze aandacht. Zo is er de opvallende vormgeving van de interieurs van de nieuwe Peugeot 3008 en 5008, naar onze mening worden het trendsetters op dat gebied.
Een ander curiosum is de motor met variabele compressieverhouding die te zien is op de stand van Infiniti. Vele jaren geleden menen we een gelijkaardig experiment gezien te hebben bij Alfa Romeo maar zeker bij Saab op het salon van Genève 2000 (in casu met verstelbare cilinderkop). Bij Infiniti gaat het om een variabel systeem dat zich tussen drijfstang en krukas beweegt. De beide ingenieurs die uitleg gaven op de stand drukten zich (bewust?) moeilijk uit in het Engels en bleven opvallend vaag. Onze opmerking of het systeem geen negatieve invloed had op de inertie (gezien het extragewicht van de bewegende delen) werd met een verveelde glimlach beantwoord en met de uitleg dat er uiteindelijk niet zoveel meer onderdelen zijn dan in een traditionele constructie. Toen we, toegegeven een beetje uitdagend, vroegen of het maximum-toerental de 7000-8000 grens kan bereiken lokte dat een licht huiverende reactie uit: ‘No, no, about 5000-5500 revs…’. Omtrent de cilinderinhoud menen we te begrijpen dat die 1,5 à 1,6 liter bedraagt. De enige echt concrete indicatie was dat de motor binnen een jaar productierijp zal zijn.
Op het internet circuleert een en ander omtrent VCR engines (variable compression ratio), zo onder andere een Amerikaanse studie of eindwerk uit 1956 en meer opvallend ook een project van FEV, een divisie van de Technische Universiteit Aachen, dat gepresenteerd wordt in Garmisch Partenkirchen op 7 en 8 februari 2017. Wordt dus vervolgd.
Zo dat was het voor ons vanuit Parijs, over naar de redactie.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait